De meest gebruikte en gemakkelijkste waterdichting is vijverfolie. De folie moet dik genoeg zijn en van hoge kwaliteit. EPDM-rubberfolie voor vijvergebruik met een dikte van 1 mm heeft een zeer lange levensduur en is de meest ecologische keuze. Onder de folie leg je een degelijk beschermvlies om beschadigingen te voorkomen.
De meest gebruikte en gemakkelijkste waterdichting is vijverfolie. De folie moet dik genoeg zijn en van hoge kwaliteit. EPDM-rubberfolie voor vijvergebruik met een dikte van 1 mm heeft een zeer lange levensduur en is de meest ecologische keuze. Onder de folie leg je een degelijk beschermvlies om beschadigingen te voorkomen. Voor een kleine vijver stelt dit probleem zich nauwelijks. De bovenste laag tuinaarde is voedingrijk en kan gebruikt worden om bijvoorbeeld borders wat op te hogen. Niet overdrijven…, want voor belangrijke reliëfwijzigingen in de tuin is een vergunning nodig… Gebruik de bovenste laag tuinaarde nooit in de vijver want er zit veel te veel voeding in. Wat wel kan gebruikt worden voor de vijverplanten is klei of leem. Als deze in de ondergrond voorkomt, hou er dan een deel van opzij. Wat te doen met de uitgegraven grond?
De vijver ontwerpen
Hou bij het ontwerpen van je waterpartij(tje), als het enigszins kan, rekening met de bestaande standaardbreedtes van de folies. De benodigde foliematen kunnen eenvoudig worden berekend. Vijverlengte + 2 maal vijverdiepte + 1 m voor randfixatie geeft ons de lengte van de folie. Vijverlengte + 2 maal de diepte + 1 m voor randfixatie geeft ons de breedte van de folie.
Ga in de tuin de vorm uitzetten met bijvoorbeeld een tuinslang of een koord. Bekijk je droomvijvertje nu van alle kanten, van dichtbij en van ver en zeker vanuit je huis. Bekijk hoe in de loop van de dag zon en schaduw op de toekomstige vijver vallen. Vergeet het spiegelende effect van de toekomstige waterplas niet. Een beetje verbeelding gebruiken dus!
Wil je een nog beter idee krijgen van wat er uiteindelijk gaat overblijven aan vrij wateroppervlak, baken dan de beplante zones af met dunnere koorden. Haal er familie en vrienden bij en vraag wat zij denken van je toekomstig vijvertje.
Wanneer vorm en ligging aan de wensen voldoen, ga je de vorm definitief aangeven door stokjes in de grond te steken als referentie. Doe dat in de hoeken en in de bochten. Span vervolgens een touw dwars over de vijver, vlak over de grond.
Ga er met een waterpas langs. Zo kan je nagaan of de grond er waterpas bij ligt of niet. Een van de paaltjes gaat dienst doen als referentie. Zet daarop een markering die de bovenrand van de vijver aangeeft. De rand van de waterpartij moet straks perfect waterpas komen te liggen. Zet de hoogte over op de andere stokjes.
Hoe vlot het uitgraven zal verlopen zal afhangen van de ondergrond, het gebruikte materiaal en ... van je werklust en die van je vrienden die komen helpen.
Het is het best eerst de graszoden af te steken. Leg ze apart om later eventueel te gebruiken voor het herstellen van beschadigde plekken. Stockeer ze op een beschaduwde plaats maar niet op het gazon, want anders gaat het gras eronder dood.
Vijvers uitgraven onder de vorm van trappen is aangeraden voor plantenvijvers. Deze vijvers zijn stabiel en zo bekomt men verschillende dieptezones. Dat is goed voor het evenwicht van het milieu én tegelijkertijd gemakkelijk voor ons. Vijvers met horizontale niveaus zijn immers gemakkelijk toegankelijk en bovendien mooi te beplanten met allerlei interessante planten.
Zorg ervoor dat de diepste zone minstens 70 cm diep is. De middeldiepe zone maak je het best tussen 50 en 60 cm diep. De ondiepe oevers krijgen meestal een diepte tussen 20 en 40 cm. Wij raden aan de bovenste trap niet perfect horizontaal te maken maar hem iets (een paar cm) naar buiten te laten afhellen. Dat is veiliger en zo krijgt men op die plaatsen een laagje bezinksel dat de folie aan het zicht onttrekt. Dat is een esthetisch voordeel.
Het is de bedoeling dat er zo weinig mogelijk folie zichtbaar blijft. Gebruik hiervoor een horizontale drager. Een ecologisch materiaal hiervoor zijn de zogenaamde ecolatten, vervaardigd uit gerecycleerde restplastics.
Voor rechtlijnige vijvers bestaan ze onder de vorm van latten van 2 of 3 meter lengte. Voor gebogen vijvervormen zijn ze verkrijgbaar op rol (10 tot 25 m) en dus gemakkelijk te transporteren in de wagen.
De ecopaaltjes hebben een dikte van 4 x 4 cm en een lengte van 38 cm of 58 cm. Door hun H-profielvorm zorgen ze voor stabiliteit. De paaltjes worden verticaal de grond in geheid. Hierop bevestig je de horizontale lat met behulp van schroeven in roestvrij staal (twee per paaltje). Het best steekt de horizontale lat iets (ongeveer 5 cm) boven de in de grond geheide paaltjes uit. Dan zijn de paaltjes achteraf niet meer zichtbaar.
Ondervlies wordt meestal verkocht op een breedte van 2 meter. Zorg ervoor dat de banen elkaar voor ongeveer 20 cm overlappen. Leg ook ondervlies over de dragende horizontale latten. De meest praktische manier: leg het onderdoek eerst over de horizontale latten en op de wanden, leg daarna onderdoek op de horizontale vlakken. Op eventuele kritische plaatsen (zoals een niet-verwijderbare steen of een boomwortel) leg je twee lagen vlies.
Duw de folie in de put en laat hem de bodem en wanden volgen. Leg de vouwen zo verticaal mogelijk. Horizontale vouwen kunnen eruit getrokken worden en schuine kunnen vaak meer verticaal gelegd worden. Eens de vijver gevuld zullen verticale vouwen nog nauwelijks zichtbaar zijn, zeker wanneer men rubberfolie gebruikt.
Beperk ook het aantal plooien. Van drie kleine vouwtjes kan men beter één grote maken. Dat is mooier en beter. Zorg dat er langs alle kanten minimaal 40 cm folie overblijft voor de verankering achteraf. Nu kan je de folie nog verschuiven. Eens er water in is, kan dat niet meer.
Alvorens de vijver te vullen, verzwaar je de folie die over de vijverrand hangt tijdelijk met een paar stenen, gevulde emmers, balken of andere gewichten. Dit voorkomt dat de folie naar beneden glijdt tijdens het vullen of dat hij opwaait bij winderig weer.
In de meeste gevallen ga je de vijver vullen met kraantjeswater. Het is verstandig de waterstand te noteren voor en na het vullen. Dan ken je zo de exacte inhoud van de vijver. Dat zal later van pas komen voor verschillende zaken. Het gebruik van een dikke slang of van meerdere slangen versnelt het vullen aanzienlijk.
Laat het water in het midden van de vijver lopen. Door het toenemende gewicht van het water zakt de folie langzaam op zijn definitieve plaats in de uitgegraven ruimte. Wacht nu zeker een dag zodat de vijver zich kan ‘zetten’.
Vervolgens ga je de folie verankeren door hem in te graven en er tuinaarde op te leggen. Op plaatsen waar echt te veel overschot is aan folie knip je eerst een deel ervan weg (maar hou altijd minstens 40 cm om in te graven).
Zorg er altijd voor dat de vijverrand iets boven de omgeving - het maaiveld - uitsteekt. Dit om te vermijden dat de vijver vervuild wordt met meststoffen en aarde afkomstig van tuin of gazon, meegesleurd door regenwater. De vijver kan nu al dan niet verder afgewerkt worden: met hout, stenen, kiezel, planten, metaal,…
Guido Lurquin