We beschikken steeds vaker over minder ruimte: van tuin naar terras, van terras naar balkon. Maar waar een wil is, is een weg. Er zijn altijd mogelijkheden!
Nu de winter voor de deur staat, kunnen we al activiteiten uitvoeren waarvan we de komende jaren zullen kunnen genieten. Bomen, struiken, e.a. kunnen worden geveld, gekapt, geplant, vervangen of bijgeplant. Verandering van spijs doet eten.
En er is het Chinese gezegde: “De beste tijd om een boom te planten is twintig jaar geleden. Het tweede beste moment is nu”.
Het hoeft daarom niet altijd een boom te zijn. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Bovendien beschikken we steeds vaker over minder ruimte: van tuin naar terras, van terras naar balkon. Maar waar een wil is, is een weg. Er zijn altijd mogelijkheden! Bovendien heeft wie in pot kweekt, de kans om de plant beter te soigneren. Een groenblijver of een bloeiende plant geeft zo veel meer cachet aan je terras.
We beginnen met enkele nieuwigheden die zeker leuk staan op het terras of in de lage border.
Abelia grandiflora is al eens aan bod gekomen in een vorig nummer. Maar zie toch eens welke kleuruitspatting A.g. ‘ Tricolor Charm’ biedt. Zelfs zonder op de bloei te rekenen, staat ze je het ganse jaar te verleiden. ’s Zomers zijn er de witte, licht geurende, typische kleine bloempjes en jaarrond is er de kleurspeling van de bladeren. Gezien de plant bladhoudend is, vraagt ze enigszins een beschutte standplaats. Indien te groot, is terugknippen altijd mogelijk na de winter.
Iets gelijkaardigs vinden we terug bij Weigela florida ‘Monet’, niet toevallig een kleurrijke verwijzing naar de genoemde schilder. Een beetje een levend coloriet met in het voorjaar de roze-paarse, trompetvormige bloemen. In het najaar is zelfs enige nabloei mogelijk. Het is wel een bladverliezende plant en indien te groot, snoei je ze het best terug direct na de bloei in de zomer. Binnen Weigela bestaat ook nog de wat grotere ‘All Summer Red’ met knalrode bloemen op fris groen blad. Zie ook de ruime keuze in andere bloem- en bladkleuren bij Weigela.
Speciaal is de collectie laagblijvende dwergvlinderstruiken, die zich bijna doodbloeien en vandaar dus ook niet groot worden, max. 80 cm. Al vroeg in het jaar komen de kleurrijke pluimen tevoorschijn, niet groot maar wel overvloedig. De bloei zet zich door tot diep in de herfst. Bovenop de fraaie kleuren (in vele variaties) geniet je van de kenmerkende vlinderbloemengeur. Dat weten intussen ook de bijen, vlinders en andere insecten. Om hiervan te genieten moet je op zoek naar de serie Buddleia davidii ‘Butterfly Candy’.
Voor tuinbezitters met al wat meer grondruimte in de border is er de nieuwe tweekleurige (wit en paars) vlinderstruik Buddleia davidii ‘Berries & Cream’. Wellicht is dit de enige tweekleurig bloeiende vlinderstruik. De trossen zijn niet zo groot, maar met een goede snoei en dito bemesting, valt dit zeker mee. Ook de geur is zeer aangenaam. Na de winter mag de struik kort worden gezet, gezien de bloei geschiedt op
ditjarig hout.
Een zeer succesvol plantengeslacht van de laatste jaren is ongetwijfeld de Mexicaanse oranjebloesem of glansmispel Choisya ternata (genoemd naar dhr. Choisy). Een rare naam want er komen geen oranje bloemen en/of vruchten aan. De enige reden is dat de plant familie is van de citrusvruchten, dus ook van de appelsienen.
Wat Choisya wel gemeen heeft, zijn de witte, zeer welruikende citrusbloempjes in groten getale. Bijzonder is ook dat dit geslacht heesters heeft voor elke tuin, van klein naar groot, in groeiwijze en in bladvorm. Dit geslacht is een gemakkelijke groeier en kan altijd teruggeknipt worden na de bloei, indien nodig. De witte bloei in het voorjaar is zeer uitbundig en in het najaar volgt nog enige nabloei.
De kleinbladige rassen doen het ook goed op het terras of balkon. Alle selecties, groot en klein, staan goed in de border en lenen zich zeker voor massieven. De fijnbladige rassen geven met hun gespreid staande deelblaadjes een alerte en frisse beleving. Een wat beschutte standplaats wordt graag meegenomen, bijvoorbeeld tegen een muur.
De kleinste in blad en groei is Choisya ternata ‘Londaz’ met merknaam White Dazzler. Het blad is klein en fijn ingesneden en de struik wordt niet groter dan 1 m. Nieuw is er nu de dwerg- choisya ‘Snow Flurries’ met een nog fijner en kleiner blad. Choisya ternata ‘Apple Blossom’ geeft nog bijna lintvormige blaades met wit-roze bloemen.
De donkerdergroene selectie ‘Greenfingers’ heeft al wat ovalere blaadjes en gaat na 10 jaar al naar 1,5 m. Ongeveer even hoog, maar met fijne deelblaadjes is er de alom gekende prachtige ‘Aztec Pearl’. Nu resten nog de gewone glansmispel (Choisya ternata) en zijn gele variant ‘Lich’ of Sundance die elk de drie meter hoogte wel durven overschrijden.
Nu we voor de winter staan, sluiten we af met de besdragende Callicarpa bodinieri of schoonvrucht. Zeer gekend is het ras ‘Profusion’ met zijn typisch paarse besjes in het najaar. Nu is het goed te weten dat er de witvruchtige selectie ‘Magical Snowqueen’ bestaat, met overvloedig kleine, witte besjes in trossen na de bladval. Minder spectaculair maar wel interessant is dat de plant gedurende de ganse zomer in de border opvalt door haar licht- en frisgroene bladkleur. Deze dubbele waardering maakt haar wel interessant.
Een vliegende vogel vangt het meest. Is het ook niet de Vliegende Hollander die een gedreven zakenman is? Ga daarom ook eens naar een of ander plantencentrum en kijk eens rond welke rijkdom aan planten er wel bestaat. Elk jaar zijn er noviteiten te ontdekken en laat je ook eens verleiden. Onbekend is onbemind.
Jens Vanhoutte